Dr Mulier/Brussel:
De operatie omvat minstens het verwijderen van de baarmoeder en de ovaria (eierstokken), het verwijderen van de klieren en het verwijderen van het omentum (vetschort die aan de rand van de maag hangt en die zich uitspreidt over de darmen; deze structuur bevat vaak uitzaaiingen en wordt daarom altijd preventief verwijderd).
Vaak zijn er bij ovariumkanker reeds uitzaaiingen naar de rest van de buikholte. Het wegnemen van al deze haarden vergt vaak een langdurige ingreep waarbij het soms nodig is delen weg te nemen van de dikke darm (colon), van de dunne darm, of van organen volledig weg te nemen zoals de galblaas of de milt. Alle aangetaste delen van het buikvlies worden weggenomen. Dit is vaak nodig ter hoogte van de buikwand, de blaas en het middenrif (ademhalingsspier tussen de borstholte en de buikholte). Op andere plaatsen zal men de tumorhaarden wegbranden met een elektrisch mes (bistouri), zoals ter hoogte van het leverkapsel.
Tot voor enkele jaren stelden artsen zich tevreden met het wegnemen van het grootste deel van de tumor, met achterlaten van tumorhaarden tot 2 cm. Meer en meer is het duidelijk geworden dat niet het grootste deel, maar wel àlle tumorhaarden moeten weggenomen worden. De volledigheid van de wegname heeft een grote invloed op de overlevingskans (Chi, Gynecol Oncol 2006):
Diameter grootste achterblijvende tumorhaard | Overleving na 5 jaar | Overleving na 10 jaar |
groter dan 2 cm | 28% | 10% |
1 tot 2 cm | 28% | 19% |
0.5 tot 1 cm | 41% | 23% |
kleiner dan 0.5 cm | 55% | 38% |
géén | 75% | 48% |
Een 'optimale debulking' is dus een 'macroscopisch volledige' debulking. Deze ingreep wordt best uitgevoerd door chirurgen of gynaecologen met een speciale vorming en ervaring in deze complexe chirurgie. Recente studies tonen jammer genoeg aan dat nog steeds veel vrouwen met ovariumkanker geen optimale chirurgische behandeling ondergaan (Aletti, Mayo Clin Proc 2007)