- Nieuws: Eierstokkanker ontstaat in de baarmoeder

'Eierstokkanker ontstaat in baarmoeder'

Laatste update:  20 januari 2012 11:20 info

NIJMEGEN - Eierstokkanker ontstaat niet in de eierstok, maar waarschijnlijk in de baarmoeder. Dat hebben gynaecologen en pathologen van het UMC St Radboud in Nijmegen geconstateerd.

Foto:  ANP
Eierstokkanker ontstaat niet in de eierstok, maar waarschijnlijk in de baarmoeder. Dat hebben gynaecologen en pathologen van het UMC St Radboud in Nijmegen geconstateerd.
Jaarlijks krijgen 1100 vrouwen in Nederland te horen dat ze eierstokkanker hebben; 1000 vrouwen per jaar overlijden aan de ziekte.

Als de kanker wordt ontdekt zijn de tumoren vaak al door de hele buikholte verspreid en de gemiddelde overlevingsduur is dan ook slechts 3 jaar.

Tumor


De onderzoekers betwijfelden of eierstokkanker wel in de eierstokken ontstond, omdat de cellen van de kanker niets gemeen hebben met de cellen van de eierstok.
Toen een zeldzame tumor in de baarmoeder van een patiënt werd ontdekt waarvan de cellen overeenkwamen met die van eierstokkanker, zijn ze verder gaan zoeken.

Slijmvlies


Ook bij andere vrouwen met eierstokkanker werden overeenkomsten gevonden tussen de baarmoedercellen en het tumorweefsel.
''Slijmvlies uit de baarmoeder kan terechtkomen in de eierstokken. Wij denken dat dat bij eierstokkanker gebeurt'', zegt hoogleraar gynaecologische oncologie Leon Massuger.

Behandeling


Massuger en zijn collega's denken na verder onderzoek over een jaar uitsluitsel te kunnen geven. Als zeker is dat de eierstokkanker in de baarmoeder begint, zou de behandeling ervan veel meer mogelijkheden krijgen.
''We kunnen ons dan focussen op de ontwikkeling van een screeningsmethode of zelfs op een preventieve behandeling die is gericht op de bekleding van de baarmoeder.''
De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Gynecological Cancer.

- Over Metformine, diabetes en eierstokkanker

Metformine, een veel gebruikt medicijn bij diabetes 2 om de bloedglucose spiegel te reguleren, blijkt ziektevrije tijd en algehele overlevingstijd sterk te verbeteren bij eierstokkankerpatienten

10 januari 2012: bron: Obstetrics & Gynecology:January 2012 - Volume 119 - Issue 1 - p 61–67 doi: 10.1097/AOG.0b013e3182393ab3

Metformine, een middel dat de bloedglucosespiegel reguleert en veelgebruikt bij  diabetes mellitus type 2 (suikerziekte), zorgt voor dubbele ziektevrije tijd en significant betere overlevingscijfers bij patiënten met eierstokkanker die ook suikerziekte hebben(diabetes type 2). Zelfs in vergelijking met patiënten met eierstokkanker die geen suikerziekte hadden bleek metformine een langere ziektevrije tijd en ook een beduidend langere overlevingstijd te bewerkstelligen. Dit blijkt uit een retro postpectieve studie (studie achteraf) uitgevoerd aan de universiteit van Chicago bij totaal 341 vrouwen met een stadium I tot en met IV eierstokkanker. De onderzoekers concluderen dat metformine blijkbaar een antitumor effect heeft.
Metformine (handelsnaam onder andere Glucophage, Riomet, Fortamet, Glumetza, Obimet, Dianben, Diabex, Diaformin) is een medicament uit de groep biguaniden dat vooral gebruikt wordt bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 (suikerziekte) en voorkoming van de complicaties die daarmee gepaard gaan. Meer informatie over wat metformine precies is klik hier op informatie in Wikipedia daarover.
De resultaten:
De onderzoekers bekeken de medische gegevens van 341 vrouwen met eierstokkanker, variërend van stadium I tot en met IV. Daarvan hadden  er 273 epitheliale eierstokkanker, 34 patiënten tumoren in de eileiders en 34 patiënten hadden tumoren in de hele buikholte - peritoneale. 44 patiënten hadden naast hun eierstokkanker ook diabetes mellitus type 2 (suikerziekte).daarvan hadden er 16 mensen wel metformine gebruikt en 28 mensen niet.  Alle patiënten waren behandeld in de periode 1992 en 2010
Alle vrouwen kregen dezelfde behandeling voor eierstokkanker, ongeacht of ze diabetes patiënt waren of niet.  In beide groepen waren verhoudingsgewijs een zelfde aantal patiënten die eerst waren geopereerd aan hun primaire tumor en daarna een recidief hadden gekregen en verdeeld over beide groepen hadden alle vrouwen gemiddeld genomen een zelfde aantal chemokuren gekregen. Bijna alle vrouwen (95%) kregen chemokuren op basis van platina en taxanen gebaseerde chemotherapie, meestal carboplatin en taxol.

Opmerkelijk is dat de vijf jaars progressie vrije overleving maar liefst 51% (p = 0,03) was bij patiënten met ook diabetes die vroeger metformine gebruikten tegenover 8% bij patiënten met ook diabetes die geen metformine hadden gebruikt. Bij patiënten die naast hun eierstokkanker geen diabetes patiënt waren bleek 23% na 5 jaar nog in leven zonder tekenen van progressie van de ziekte..
De algehele overleving na vijf jaar was 63% bij metformine gebruikers, 23% bij niet-metformine gebruikers en 37% bij patiënten uit de niet-diabetische groep (p = 0,03).
Na controle naar standaard klinische pathologische parameters, bleven de cijfers voor progressie vrije overleving voor de metformine gebruikers statistisch significant. Voor de algehele overlevingscijfers bleken die niet statistisch significant, zeggen de onderzoekers, maar dit kan volgens hun te maken hebben met het kleine aantal deelnemende patiënten. Want in een overlevings analyse gecorrigeerd naar verstorende factoren, in een vergelijking tussen eierstokkankerpatiënten met diabetes die metformine gebruikten en eierstokkankerpatiënten die geen metformine gebruikten, bleek de kans op terugkeer van de ziekte aanzienlijk gedaald in de
groep metformine gebruikers (hazard ratio 0,38). De patiënten uit de metformine groep hadden ook een lager risico op overlijden tijdens de studie (hazard ratio 0,43), hoewel dit verschil niet statistisch significant was. Het risico op terugkeer van de ziekte of de kans op overlijden aan de ziekte was ook lager bij patiënten met diabetes die vroeger metformine gebruikten  in vergelijking met de niet-diabetische groep, maar ook deze daling was niet statistisch significant. Eierstokkankerpatiënten met diabetes die geen metformine hadden gebruikt hadden meer kans op een recidief  (hazard ratio, 1.42) en ook meer kans te sterven aan hun ziekte (hazard ratio, 1.33) in vergelijking met eierstokkankerpatiënten zonder diabetes.
Volgens de onderzoekers zijn hun bevindingen in lijn met andere studies die een anti-kanker werking van metformine hebben aangetoond bij verschillende andere vormen van kanker waaronder borstkanker, prostaatkanker, darmkanker en eierstokkanker. Andere in vitro en in vivo studies hebben ook aangetoond dat metformine de respons op chemotherapie kan verbeteren.
Ook in hun studie bleek de beste respons op chemotherapie plaats te hebben gehad bij de groep eierstokkankerpatiënten die metformine gebruikten, zeggen de onderzoekers.
Gezien de retrospectieve aard van het onderzoek moeten de resultaten worden beschouwd als hypothese-genererend en mogen niet worden gegeneraliseerd naar de klinische praktijk, benadrukken de onderzoekers. Ondanks deze beperkingen, zeggen de onderzoekers het idee te hebben dat specifieke anti-diabetes behandelingen van invloed kunnen zijn op de
overlevingskansen van patiënten met zowel  kanker als diabetes. Het is ook belangrijk op te merken dat metformine in veel studies heeft bewezen een veilig medicijn te zijn en het is een al veelgebruikt en goedkoop medicijn, aldus de onderzoekers.
Hier het originele abstract van de studie. Als u hier klikt kunt u tegen betaling het volledige studie rapport inzien.

patients with ovarian cancer and with type II diabetes who used metformin had longer progression-free survival, despite receiving similar treatment for ovarian cancer.

Obstetrics & Gynecology:
January 2012 - Volume 119 - Issue 1 - p 61–67
doi: 10.1097/AOG.0b013e3182393ab3
Original Research

Relationship of Type II Diabetes and Metformin Use to Ovarian Cancer Progression, Survival, and Chemosensitivity

Romero, Iris L. MD, MS; McCormick, Anna MD, DO; McEwen, Kelsey A. BS; Park, SeoYoung PhD; Karrison, Theodore PhD; Yamada, S. Diane MD; Pannain, Silvana MD; Lengyel, Ernst MD, PhD 

Abstract

OBJECTIVE: To estimate whether metformin use by ovarian cancer patients with type II diabetes was associated with improved survival.
METHODS: We reviewed the effect of diabetes and diabetes medications on ovarian cancer treatment and outcomes in a single-institution retrospective cohort. Inclusion criteria were International Federation of Gynecology and Obstetrics stage I–IV epithelial ovarian, fallopian, or peritoneal cancer. Exclusion criteria were noninvasive pathology or nonepithelial malignancies. The primary exposures analyzed were history of type II diabetes and diabetes medications. The primary outcomes were progression-free and overall ovarian cancer survival.
RESULTS: Of the 341 ovarian cancer patients included in the study, 297 did not have diabetes, 28 were type II diabetic patients who did not use metformin, and 16 were type II diabetic patients who used metformin. The progression-free survival at 5 years was 51% for diabetic patients who used metformin compared with 23% for the nondiabetic patients and 8% for the diabetic patients who did not use metformin (P=.03). The overall survival at 5 years was 63%, 37%, and 23% for the diabetic patients who used metformin, the nondiabetic patients, and the diabetic patients who did not use metformin, respectively (P=.03). The patients with diabetes received the same treatment for ovarian cancer as the patients without diabetes. The association of metformin use and increased progression-free survival, but not overall survival, remained significant after controlling for standard clinicopathologic parameters.
CONCLUSION: In this ovarian cancer cohort, the patients with type II diabetes who used metformin had longer progression-free survival, despite receiving similar treatment for ovarian cancer.

- Nieuws: Geen CA125 meer in de follow-up van het ovariumcarcinoom?

http://www.oncotherapie.nl/opinie/2552

Geen CA125 meer in de follow-up van het ovariumcarcinoom: is het werkelijk zo eenvoudig?

Het huidige beleid bij patiënten met gevorderde eierstokkanker bestaat uit cytoreductieve chirurgie, waarbij getracht wordt om alle macroscopisch zichtbare tumor te verwijderen, gevolgd door het geven van zes cycli platina-taxaanbevattende combinatiechemotherapie (1). Het overgrote deel van de patiënten komt daarmee in remissie. Daarna komt de patiënt in follow-up, waarbij regelmatig gynaecologisch onderzoek plaatsvindt en bloed wordt afgenomen voor de bepaling van de tumor merkstof CA125 om vroegtijdig een recidief op te sporen. Het nut hiervan is in twijfel getrokken door de uitkomsten van een belangrijke studie die door de Medical Reseach Council (MRC) in het Verenigd Koninkrijk en de European Organization for Reseach and Treatment of Cancer (EORTC) in Europa werden gecoördineerd. Dit heeft tot interessante discussies geleid (2,3).



De MRC OVO5 / EORTC 55955 studie (4)
Vrouwen met epitheliaal ovarium- , tuba- of primair sereus peritoneaalcarcinoom in klinisch complete remissie na eerstelijns platinabevattende chemotherapie en een normale CA125-concentratie in het serum werden voor deze gerandomiseerde studie geregistreerd. De follow-up was voor een ieder gelijk en bestond uit elke 3 maanden een lichamelijk (inclusief gynaecologisch) onderzoek en een CA125 bepaling. Echter, patiënten en artsen werden niet over de CA125-resultaten geinformeerd. Pas bij een CA125 concentratie hoger dan 2x de bovengrens van de normale serumconcentratie werden patiënten gerandomiseerd voor een directe behandeling met chemotherapie (binnen 28 dagen na de gevonden verhoging) of een uitgestelde behandeling, dat wil zeggen bij een klinisch aanwijsbare terugkeer van de ziekte of bij symptomen daarvan. De CA125-resultaten werden direct bekend gemaakt op het moment van randomisatie aan de groep die direct behandeld werd en pas op het moment van het klinisch aanwijsbaar recidief aan de groep met de uitgestelde behandeling. In totaal werden 1442 patiënten geregistreerd en 529 daarvan gerandomiseerd (265 vroeg, 264 uitgesteld). Bij een mediane follow-up van 56.9 maanden vanaf de randomisatie en 370 sterfgevallen (186 in de vroege groep en 184 in de uitgestelde behandelingsgroep) bleek er geen significant verschil in de totale overleving tussen beide groepen (HR 0.98, 95%-betrouwbaarheidsinterval 0.80-1.20, p=0.85). De mediane overleving vanaf de randomisatie was 25.7 maanden in de direct behandelde groep en 27.1 maanden in de groep met de uitgestelde behandeling. Vrouwen in de "vroege groep" begonnen mediaan 4.8 maanden eerder met chemotherapie dan die in de "uitgestelde groep". Het type chemotherapie dat in tweede lijn gebruikt werd was in beide groepen redelijk vergelijkbaar (hoewel niet volledig hetzelfde), maar in de "vroege groep" kregen méér patiënten uiteindelijk 6 of meer cycli chemotherapie dan patiënten in de "uitgestelde groep" (64% vs 51%). Er waren ook meer patiënten uit de "vroege groep" die een derdelijns chemotherapie startten (67% vs 54% in de uitgestelde groep). Vrouwen in de "vroege groep"begonnen mediaan 4.6 maanden eerder met deze chemotherapie in derde lijn. Een belanrijke observatie was het langer goed blijven van kwaliteit van leven in de "uitgestelde groep", mediaan 9.2 maanden vs 7.2 maanden in de "vroege groep". Een eerste verslechtering in "global health score"of overlijden kwam eerder in de "vroege groep" (mediaan 3.2 maanden vs 5.8 maanden in de "uitgestelde groep"). De auteurs van dit artikel concludeerden 1) dat er geen voordeel bestond in het direct behandelen op basis van een CA125-stijging alleen en 2) dat het nut van het routinematig vervolgen van het CA125 bij ovariumcarcinoompatiënten in complete remissie na (eerstelijns) chemotherapie niet bewezen was.
Wat zijn de consequenties en commentaren?
Strict genomen betekent dit: geen follow-up meer met CA125. Heel consequent geeft collega Rustin in een recente publicatie aan dat CA125 alleen bepaald zou moeten worden wanneer er verdenking is op een recidief of wanneer de patient daarom vraagt (5).
Toch zijn er commentaren op deze studie, en de elementen die daarbij aan de orde zijn gekomen zijn de volgende:
1) OVO5/EORTC 55955 includeerde patiënten in alle stadia (I-IV) van de ziekte, met alle graderingen en alle histologieën, en liet zowel patiënten toe met platina-resistente als platina-gevoelige ziekte.
2) De studie-armen werden niet gestratificeerd voor de hoeveelheid residuele ziekte na de eerste cytoreductieve operatie, een van de meest belangrijke prognostische factoren. Men maakte ook geen onderscheid tussen patiënten met of zonder ascites (6,7).
3) Eerste- en tweedelijnschemotherapie waren niet gestandaardiseerd. In feite werd de behandeling bepaald door de behandelend arts. Een grote variabiliteit werd ook geintroduceerd door het feit dat de studie vele jaren in beslag nam (9 jaar)(8). Ondanks dat de resultaten van ICON4 (combinatie platina-taxaan bevattende chemotherapie superieur aan platina alleen) intussen bekend werden, bleek dat 66% van de patiënten geen paclitaxel toegediend hadden gekregen. Daarnaast bleek 25% van de patiënten de chemotherapie later dan het toegestane 28 dagen interval te hebben gekregen of zelfs nooit behandeld te zijn. Met andere woorden: slechts 25% van de patiënten werd op tijd behandeld met een medicatie die potentieel levensverlengend zou kunnen zijn (7).
4) Indicaties voor secundaire chirurgie waren niet gestandaardiseerd. Deze procedure is met name van belang voor patiënten met een ziektevrij interval van ten minste 12 maanden (9). Slechts 7% van de patiënten onderging een secundaire cytoreductieve operatie in de huidige studie. Fleming et al (10) rapporteerden recent over 74 patiënten die een secundaire cytoreductieve operatie ondergingen, die optimaal was (<0.5 cm) in 41 patiënten en suboptimaal in 33 patiënten. Optimale cytoreductie bleek geassocieerd met een langere ziektevrije overleving (19 vs 12 maanden) en totale overleving (47 vs 23 maanden, p<0.0001). Belangrijk bij deze studie was ook de observatie dat diegenen die een optimale cytoreductie verkregen eerder na het stijgen van de CA125 geopereerd waren. Elke week uitstel na de eerste CA125 -stijging correleerde met een 3% hogere kans op een suboptimale cytoreductie.
Conclusies
Alle bovenstaande commentaren maken een iets voorzichtigere uitspraak noodzakelijk. Het is duidelijk dat er momenteel bij het epitheliaal ovariumcarcinoom nog geen situatie aanwezig is zoals wij die kennen bij trofoblastaire tumoren, waar hCG (een heel specifieke en gevoelige merker) terugkerende ziekte aanduidt en waarbij chemotherapie op dat moment met curatieve intentie kan worden toegepast. Bij het recidief ovariumcarcinoom is combinatiechemotherapie niet curatief maar wel levensverlengend; op dit moment nog voornamelijk met platina-bevatttende combinaties, maar er zijn reeds niet platina-bevattende combinaties beschikbaar die dit ook tonen. Met het verder ontwikkelen van werkzame medicatie worden de kansen op een langere overleving zichtbaarder. Met het wachten op symptomen gaat kostbare tijd verloren, die gebruikt kan worden om nieuwere medicamenteuze therapieën toe te passen, zolang de patiënt in een goede conditie blijft. Daarvoor kan monitoring met CA125 belangrijk zijn. Monitoring kan ook van belang zijn om de kansen op een optimale secundaire cytoreductie te verhogen. Deze monitoring kan besproken en uitgelegd worden aan de patiënt. Het is aan haar om hier wel of niet in mee te gaan.
Ik vind de laatste ESMO Clinical Practice Guidelines 2010 dan ook zeer aanvaardbaar en werkzaam; deze laten ruimte voor individualisering. Er wordt aangegeven dat de CA125-bepaling een adequate methode is om een mogelijk recidief te voorspellen en dat de patiënt geinformeerd moet worden over de mogelijkheden en de beperkingen van CA125 monitoring. Er wordt ook gewezen op het feit dat een reseceerbaar occult macroscopisch recidief door een CA125-stijging gesignaleerd kan worden.
Referenties

  1. Colombo N, et al. Newly diagnosed and relapsed epithelial ovarian carcinoma: ESMO Clinical Practice Guidelines for diagnosis, treatment and follow-up. Ann Oncol. 2010; 21 Suppl 5: v23-30.
  2. Rustin GJS. Follow-up with CA125 after primary therapy of advanced ovarian cancer has major implications for treatment outcome and trial performance and should not be routine performed. Ann Oncol 2011; 22 (Suppl. 8): viii45-viii48
  3. Pignata S, Cannella L, Leopardo D, Bruni GS, Facchini G, Pisano C. Follow-up with CA125 after primary therapy of advanced ovarian cancer: in favour of continuing to prescribe CA125 during follow-up. Ann Oncol 2011; 22 (Suppl. 8): viii40-viii44
  4. Rustin GJS, van der Burg MEL, Griffin CL, et al. Early versus delayed treatment of relapsed ovarian cancer (MRC OVO5/EORTC 55955): a randomised trial. Lancer 2010; 376: 1155-1163
  5. Rustin GJS. What surveillance plan should be advised for patients in remission after completion of first-line therapy for advanced ovarian cancer. Int J Gynecol Cancer 2010; 20: S27-S28
  6. Schwartz PE. Fifth Alon Dembo Memorial Workshop: Case 3. Int J Gynecol Cancer 2010; 20: S24-26
  7. Bast RC Jr. Molecular approaches to personalizing management of ovarian cancer. Ann Oncol 2011; 22 (Suppl. 8): viii5-viii15
  8. Morris RT, Monk BJ. Ovarian cancer: relevant therapy, not timing, is paramount. Lancet 2010; 376: 1120-1122
  9. Bristow RE, Puri I, Chi DS. Cytoreductive surgery for recurrent ovarian cancer: a meta-analysis. Gynecol Oncol 2009; 112: 265-274
  10. Fleming ND, Cass I, Walsh CS, Karlan BY, Li AJ. CA125 surveillance increases optimal respectability at secondary cytoreductive surgery for recurrent epithelial ovarian cancer. Gynecol Oncol 2011; 121: 249-252

- Logboek medisch

woensdag 14 december 2011:
Uitslagen bloedonderzoek goed, BSE nog iets verhoogd maar was gedaald sinds vorige keer, tumormarkers laag (had dit keer ook markers voor longkanker en darmkanker). Pijnlijke en opgezette buik hieruit niet te verklaren.

donderdag 8 december 2011:
Bloedonderzoek aangevraagd via huisarts ivm buikpijn en 3-maandelijkse controle; bloedafname in lab Flevoziekenhuis

- Mogelijke nieuwe behandelvorm voor eierstokkanker: immunotherapie

 

Promovenda Renee Vermeij vond aanknopingspunten om de behandeling van eierstokkanker te verbeteren.
Immunotherapie stimuleert het immuunsysteem om meer en doeltreffender afweercellen aan te maken. Dat deze vorm van therapie nog weinig effectief is, lijkt te komen doordat de kankercellen aan de afweerreactie kunnen ontsnappen.
Vermeij onderzocht mogelijkheden kankervaccins te verbeteren door ze te combineren met een behandeling die de ontsnappingspoging van de kankercel onderdrukt.

Vaccin
Uit het onderzoek blijkt dat het p53-SLP-vaccin veelbelovend is. Het ‘herkent’ de kankercel en kan deze dus effectief bestrijden. Het vaccin kan bovendien verbeterd worden door het te combineren met het medicijn cyclofosfamide, zo laat Vermeij zien. De meerderheid van de patiënten met eierstokkanker kan wellicht behandeld worden met een combinatie van p53 en andere medicatie.

Laat stadium
Eierstokkanker is de vijfde oorzaak van kankergerelateerde sterfte onder vrouwen in Europa. De ziekte komt relatief weinig voor, maar wordt vaak pas in een laat stadium ontdekt. Daardoor is de kans om de ziekte te overleven gering.

- Persoonlijke Notities

HAPPY  NEW  YEAR
zaterdag 31 december 2011:

Het jaar goed afgesloten voor mijzelf door een en ander op te schrijven in mijn notitieboekje. Te lang stil staan bij het verdriet, de angst, de pijn, etc. vond ik niet zinvol want vermindert het niet. De zon en het samenzijn met zusje spelen hier ongetwijfeld een rol bij. Alles lijkt luchtiger, vrolijker als overal om mij heen kleurige bloemen heen en weer zwaaien in een warm briesje en de bergtoppen prachtig afsteken tegen de strakblauwe hemel hier.
Voor 2012 hoop ik op gezondheid, vrolijkheid en liefdevol samenzijn. Op een goede uitslag van de CT-scan op 26 januari aanstaande.

donderdag 29 december 2011:
Geen longembolie, geen vocht achter de longen, geen bloedstolsels! BSE verhoogd. Wat veroorzaakt de druk op mijn borst en de steken? Hypochondrie?

woensdag 28 december 2011:
Krijg mijn terugblik op dit jaar niet goed in woorden gegoten en zie er daarom misschien van af het hier te plaatsen.
Vanmiddag naar de vervangend huisarts ivm de pijn in mijn borst die ik al bijna twee weken heb en helaas helaas niet vanzelf is over gegaan. Doorverwezen naar het ziekenhuis voor een rontgenfoto van hart en longen plus bloedonderzoek (o.a. ERP ivm stolselvorming). Deja Vu ... Precies een jaar geleden zat ik ook elke dag in het ziekenhuis.

zaterdag 24 december 2011:

F I J N E   K E R S T D A G E N


donderdag 22 december 2011 - 13.00 uur:
Sessie Reconnective Healing bij MC. Geen bijzonderheden, niets gevoeld...

woensdag 14 december 2011:
Uitslagen bloedonderzoek goed! Heel fijn. Maar ook: geen verklaring voor mijn buikpijn. Als het na het weekend nog zo is ga ik naar de huisarts. Stress?

zondag 11 december 2011:
Mooi weekend, mede vol gehouden dankzij fikse middagtukken... Mmm, goed om mezelf zo te verwennen...


donderdag 8 december 2011:
Laatste keer Mindfulness. Heb hier veel aan gehad en zal het zeker missen. Via de huisartsassistente naar het ziekenhuis voor bloedafname. Paar uur later onverwacht weer in het ziekenhuis, nu om R. te bezoeken die was opgenomen ivm terugkerend vocht in haar longen, 2 liter alweer na een week.

woensdag 7 december 2011:
Gebeld met claimbehandelaar Arbeidsongeschiktheidsverzekering ivm stand van zaken; ze heeft later deze week overleg met een medisch adviseur en de arbeidsdeskundige. Volgende week krijg ik bericht.
Gisteren de mentale knop weer eens bewust omgezet. Ik zakte te diep weg. Beslissingen genomen mbt cursussen en vrijwilligerswerk. Priorities First: herstel en heling. Gevolg: vandaag tomeloze energie! Zelfs nu kan ik die gulden middenweg (nog) maar niet vinden, het is of zwart of wit...
Grote verrassing: telefoontje van oude vriendin M. Fijn!


dinsdag 6 december:
She can deal with stress and carry heavy burdens.
She smiles when she feels like screaming, and she sings when she feels like crying.
She cries when she's happy and laughs when she's afraid..
Her love is unconditional.
There's only one thing wrong with her.
She forgets what she's worth!
Do like I did and pass this on, to every beautiful woman you know and remind her that she's unique.

- Een hart (in 12-voud) voor iedereen die ik niet wil verliezen in 2012 (incl.mezelf)

x 12 !!!

Dank jullie wel voor de mail met dit hart en jullie wens mij niet te willen verliezen in 2012. Ik wens het jullie ook toe! Daarom ipv een kettingbrief per mail dit bericht. Met 12 harten. Voor allen die ik in 2012 niet wil verliezen...

De tekst die in de mail staat, luidt:
''Stuur deze boodschap door op dezelfde dag dat je hem ontving.
Het klinkt misschien gek, maar het komt precies op tijd.
Wij geloven dat er iets staat te gebeuren.
Engelen bestaan, alleen hebben ze af en toe geen vleugels en noemen we hen vrienden;
Jij bent een van hen.
Iets moois staat voor jou en je vrienden te gebeuren.
Morgen zal iemand je iets vertellen wat je al langer wilde horen..
Verbreek deze ketting a.u.b. niet en stuur het naar tenminste 7 van je vrienden."

- Astaxanthine

http://www.orthokennis.nl/images/pagepictures/PDF/Complementair%20astaxanthine.pdf
http://www.orthokennis.nl/ResearchItem.asp?IDResearch=15

- Clomifeen en eierstokkanker

Het gebruik van clomifeen is ook in verband gebracht met het ontstaan van kanker aan de eierstokken. Tot op heden is er geen aangetoond bewijs voor een dergelijke relatie. Wel is bekend dat vrouwen die geen kinderen hebben gekregen en die altijd cyclusproblemen hebben gehad waarvoor ze medicijnen hebben gebruikt, een iets verhoogde kans hebben op eierstokkanker. Dit licht verhoogde risico zou ook veroorzaakt kunnen worden door de stoornis aan de eierstokken zelf in plaats van het gebruik van de medicijnen. Een relatie tussen onvruchtbaarheid en een verhoogde kans op eierstokkanker was al bekend voordat deze medicijnen beschikbaar kwamen. Het blijft echter verstandig om deze medicijnen niet onnodig lang te gebruiken.

zie verder o.a. http://www.kinderwens.nl/therapyOptions/DrugTherapy/OvulationInductionTherapy/ClomophineCitrate/index.asp?C=71438411216871759259:

- Persoonlijke notities

woensdag 30 november 2011:
Tussen de echt heerlijke weekendjes weg rotdagen gehad waaruit ik mezelf niet kon optrekken en ook anderen niet de gelegenheid gaf dat te doen. Opvallend dat verder-weg mensen dan beginnen over al het positieve en oor noch geduld blijken te hebben voor het feit dat er wel degelijk een andere kant zit aan die positivo-houding van mij. Ik merk dat het me niet kan schelen. Veeg teken. Wandelen helpt, zoals gisteren in de Oostvaardersplassen en schrijven. De rotdagen werden mede veroorzaakt door slechte nachten, huilbuien en vermoeidheid maar vooral door het feit dat bij R. nu al weer uitzaaiingen in de longen waren vastgesteld, met 2 liter vocht achter de longen en terugkerend buikvocht. Klote gewoon en in-verdrietig.

maandag 28 november 2011:
Bij het postkantoor in de Bruna plotseling heftige buikkrampen, 's avonds net niet op tijd op de pot. Precies een jaar geleden begon het ook zo. Het lukt me niet om mezelf gerust te stellen dat ik vast iets verkeerds heb gegeten.

vrijdag 25 november 2011:
Eerst op kraambezoek bij Catoo, haar blije ouders en grootouders. Emotioneel en fijn.

's middags naar de IDFA, o.a. El Gusto

woensdag 23 november 2011:
Aan het eind van een druildag kreeg ik te horen dat Catoo Kee, mijn achternichtje, was geboren, gezond en wel. Nieuw leven! Toekomst! Vernoemd naar mijn oma. Dat belooft wat... Ik werd er zo blij van dat ik meteen aan de slag ging met haar kadootje. Een kadootje voor Catootje. 



vrijdag 18 november 2011:
Emotioneel en lang gesprek met de arbeidsdeskundige in het kader van mijn arbeidsongeschiktheid. Want -oh onrechtvaardigheid!- anders dan mensen in loondienst die ''gewoon'' een uitkering krijgen vanaf hun eerste ziektedag, heb ik als zelfstandig ondernemer eerst een jaar moeten interen op mijn spaargeld voor ik eventueel -dat wordt nu beoordeeld- van mijn duurbetaalde verzekering gebruik kan maken. En dat voor 10 jaar premieafdracht... Bijkomende stressfactor, dat financiele aspect van mijn ziekte. Op zachtaardige wijze werd ik geconfronteerd met mijzelf, mijn keuzes en mijn misplaatste plichtsbesef. Wordt vervolgd.

vrijdag 11 november - zondag 13 november 2011:
Heerlijk weekendje Zuid-Limburg met C+J.










dinsdag 8 november 2011:
Tijdstroom
De tijd, hij
glijdt schijnbaar
als een wolkenpartij
voorbij
De stroom, hij
kabbelt schijnbaar
voor het gehoor
rustig door
Maar de stroom van de tijd
Is door jouw afwezigheid
zijn ritme kwijt.

zondag 6 november 2011:
Stufftijd! Eens in de zoveel weken zakjes vullen met supplementen. Vandaag de ontbijtzakjes...



dinsdag 1 november 2011:

Tweede bezoek aan X., werkend met de CORE methode en Ayurveda natuurgeneeskunde. CORE staat voor "Causative Organisms Regressive Elimination" wat inhoudt dat alle belastingen en stressfactoren op de meridianen worden uitgemeten met de Biocheck en laagsgewijs worden ontgift middels energetische pilletjes. De meridiaanwaarden herstellen zodat het lichaam ziektevrij wordt. In de meting gaf mijn lichaam aan:
- toxines afkomstig van chloroquine (anti-malaria) die een primaire infectie aan de alvleesklier veroorzaken;
- diabetes;
- toxines afkomstig van lignospan (lidocaine en adrenaline / tandartsverdoving);
- blaasinfectie;
- infectie aan slagaders.
Tsjaaaa...